Bandentest

Neem contact met ons op

050-4061478

Waarom bandenspanning controleren?

Uit elke band ontsnapt continu een beetje lucht. Daarom is het belangrijk om maandelijks de bandenspanning te controleren. Een te lage bandenspanning is slecht voor het brandstofgebruik, maar ook voor de wegligging. Bovendien wordt een zachte band snel heet, waardoor er meer kan is op een klapband. Een te hoge bandenspanning is ook niet goed: dit zorgt ook voor een slechter contact met de weg en een hogere bandenslijtage. 

TPMS

Sinds november 2014 moeten alle nieuwe auto’s worden voorzien van een zogenaamde ‘Tyre Pessure Monitoring System’. Dit systeem houdt in de gaten of je banden op spanning zijn en waarschuwt wanneer één of meerdere exemplaren meer dan 20% onder de vereiste spanning komt. Met ingang van 2015 geldt een defect TPMS-systeem als een APK afkeurpunt. 

Zelf je banden op spanning brengen?
Dat kan in 4 eenvoudige stappen.

pexels-gerd-altmann-21694

Stap 1

Zoek in het instructieboekje van je auto naar de juiste bandenspanning. Soms vind je die ook aan de binnenzijde van je deur, achter het tankklepje of op de bandenpomp zelf.

Stap 2

Stel de bandenpomp in op de gewenste spanning. Controleer je bandenspanning bij voorkeur wanneer je die dag nog niet met de auto hebt gereden of maximaal 5km hebt afgelegd. De fabrikant kan een afwijkende spanning opgeven voor rijden met een volle bepakking; houdt daar rekening mee als je bijvoorbeeld op vakantie gaat. 

Stap 3

Draai het ventieldopje los en sluit de bandenpomp op het ventiel aan. Houdt het mondstuk recht en houdt deze net zo lang aangedrukt tot de band op de juiste spanning is. Je hoort dan een piepje van de pomp. Vergeet na afloop niet het dopje weer op de band te draaien!

Stap 4

Wanneer je toch de bandenspanning aan het controleren bent, neem dan ook meteen het reservewiel in de kofferbak mee. Bij sommige auto’s is het reservewiel kleiner dan de rest van de banden. Zo’n zogenaamde ’thuiskomer’ heeft een veel hogere bandenspanning. Kijk voor de juiste spanning in het instructieboekje van de auto. 

Profieldiepte en banden controleren op slijtage

Elke band slijt, en verliest dus profieldiepte. Minder profiel betekent een slechtere afvoer van water. Dat kan uiteindelijk leiden tot aquaplaning. Uw auto heeft dan geen contact meer met de weg, maar rijdt op een film van water, wat tot een slippartij kan leiden. Als de banden teveel zijn afgesleten dienen ze vervangen te worden. 

Tip: Vervang uw banden wanneer ze minder dan 2mm profiel hebben. 

Zelf het profiel van je autobanden controleren?
Dat kan in 3 eenvoudige stappen.

Stap 1

Parkeer je auto op een egale ondergrond. 

Stap 2

Draai de banden van je auto in, zodat je goed zicht hebt op het loopvlak van de band. 

Stap 3

Plaats een profieldieptemeter op verschillende plekken in een groef op de band en lees de profieldiepte af. Uw banden moeten minimaal een profieldiepte hebben van 1,6 millimeter, dit is wettelijk verplicht.